Over het boek

Voor kinderen (en ouders) met groene vingers

Natuur verdrongen

In het strak aangelegde Nederland is de natuur ver weg: kinderen weten wel hoe een gebouw ontstaat, want ze zien vaak bouwplaatsen, waar metselaars en timmerlieden aan het bouwen zijn. Maar waar de groente vandaan komt, is ze een raadsel. Kinderen zijn bekend met de bomen in het park of in het bos, maar dat die houten reuzen met hun dak van bladeren vanuit een piepklein zaadje gegroeid zijn, gaat hun voorstellingsvermogen te boven. Totdat ze dat proces van nabij hebben meegemaakt. Want met het zelf zaaien, zien ontkiemen en verspenen van de plantjes, komt ook het besef.

Met de handen in de aarde

Mijn eerste tuinboek is een ontdekkingstocht van de natuur in en om het huis. Een doeboek, want met dit boek ontdekken kinderen al spelend en lerend de natuur. De eigen tuin is de voornaamste plek waar de ontdekkingstocht zich afspeelt: hier wordt een eigen kindertuintje gecreëerd, waar ieder kind eigen plantjes zaait, verzorgt en uiteindelijk oogst. In de keuken wordt met de groente uit eigen tuin een maaltijd verzorgd. De zelf geteelde lathyrus geurt in een vaasje op de keukentafel en van groente die over is, worden groene gezichten gemaakt.

Ouders lezen samen met hun kind(eren) Mijn eerste tuinboek en samen gaan zij op ontdekkingsreis naar de groene geheimen van de tuin. Tijdens die reis, van een jaar, wordt een kindertuin aangelegd en onderhouden. In dit jaar worden alle aspecten van het tuinieren op speelse wijze beschreven en geïllustreerd. Daarnaast wordt aandacht besteed aan aanverwante zaken, zoals dieren, onkruid en het weer. Hierdoor leert het kind met planten en dieren omgaan en krijgt het meer inzicht in wat natuur eigenlijk inhoudt. Zo wordt op een praktische, doeltreffende manier respect en liefde voor de natuur bijgebracht.

Mijn eerste tuinboek

Het boek kent twee delen: een deel voor kinderen en een deel voor ouders. Het kinderdeel begeleidt het kind door de vier seizoenen in de eigen kindertuin: de kinderen maken en onderhouden hun eigen kindertuin. Daarnaast zijn bij ieder seizoen interessante weetjes en leuke doedingen opgenomen. En natuurlijk ontbreken de vaste tuinbewoners – zoals kikker, merel, mol, en libel – niet. De teksten in dit deel zijn voorgelezen aan verschillende kinderen tussen 3 en 8 jaar en naar aanleiding daarvan waar nodig aangepast.

Het deel voor de ouders bevat de ontwerpen en beschrijvingen van verschillende kindertuinen, instructies, beschrijvingen van geschikte planten, informatie over veiligheid (giftige planten, eerste hulp bij tuinongelukjes), een bibliografie en een register.

Mijn eerste tuinboek kwam tot stand met medewerking van de Botanische Tuinen Utrecht.