Watergeven

Zomerbloeiers in potten hebben op warme zomerdagen extra water nodig

Tijdens droge periodes ontkom je er niet aan om planten in de tuin water te geven. Dat kan per plant met een gieter of alle planten tegelijk door de tuin te beregenen.
Met een gieter is het het beste om de grond rond de planten in een keer ruim te begieten. Eigenlijk zoveel dat de watergift het grondwater bereikt, zodat ook de diepere plantenwortels in contact komen met (grond)water en het grondwater aangevuld wordt. Op lichte gronden zal dat het water snel door de bodem worden opgenomen; op zware klei is dat niet het geval. De grond slaat dicht en er vormen zich plassen: de grond is niet doorlatend.

Om te zien in hoeverre het water bij beregenen met een sproeier in de bodem gezakt is, kun je het beste op een paar plekken in de tuin even een spa in de grond zetten om te kijken tot waar de grond vochtig is. Gebruik een regenmeter om te meten hoeveel er beregend is en noteer de verhouding tussen het aantal beregende mm en het aantal mm vochtig geworden aarde. Ook handig om te weten bij regenval.

Ook bij beregenen geldt dat er beter in één keer ruim beregend kan worden in plaats van elke dag een beetje. Dagelijks een bescheiden hoeveelheid beregenen doet de bodem dichtslaan en levert een hogere verdamping op ten opzichte van een wekelijkse forse hoeveelheid. Bovendien worden de dieper gelegen wortels niet bereikt en wordt een oppervlakkiger beworteling bevorderd, wat het risico op uitdroging vergroot. Maak de aarde na het watergeven los; dat voorkomt het dichtslaan van de grond.

Tijdens droogte is het het beste om niet de hele tuin te beregenen, maar per plant een forse hoeveelheid water te geven, en dat één keer per week. Pas geplante heesters en vaste planten hebben natuurlijk minder maar vaker wat water nodig, om te voorkomen dat ze niet uitdrogen. Kuipplanten en zomergoed in potten moeten op droge dagen soms wel twee keer per dag water gegeven worden.

’s Avonds watergeven geeft de planten de gelegenheid gedurende de nacht water op te nemen. Maar de vochtige omgeving maakt ook slakken actief. ’s Morgens watergeven voorkomt dat, maar verkort de tijd dat de planten een surplus aan water kunnen opslaan. Maar ’s morgens drogen de planten beter na het watergeven, wat de kans op schimmels beperkt.

Bloeiers binnenshuis

Bloeiende Forsythia

De dagen lengen nu in rap tempo, de zon wordt krachtiger en de knoppen aan heesters en bomen zwellen. Op beschutte plaatsen bloeit de Forsythia al en de Ribes zal snel volgen. De fruitbomenbloesem volgt met een paar weken.
Takken van voorjaarsbloeiers kunnen binnenshuis tot bloei gebracht worden. De ene heester of boom laat zich gemakkelijker ‘forceren’ dan de andere. De takken van de Forsythia bijvoorbeeld komen binnenshuis zonder kunstgrepen heel gemakkelijk tot bloei. Aan binnenshuis geforceerde bloesem van kers, appel en peer ontbreekt vaak kleur: in die gevallen komt de bloesem niet verder dan een bleekscheterig soort rose. Alleen overvloedig licht – zoals in de kas van de kweker – geeft de bloesem zijn kleur.

Gemakkelijke bloeiers binnenshuis
Kies takken waar veel dikke, platte knoppen op zitten: deze houden de belofte tot bloesem in. De smalle, spitse knoppen herbergen blad. De takken van kweepeer, kers, pruim, perzik, hazelaar, Ribes en Forsythia behoren tot de heestersoorten, die gemakkelijk in de huiskamer tot bloei gebracht kunnen worden. Knip de takken op vaaslengte af en verwijder de twijgjes die in de vaas onder water komen te staan. Breng het nog koude hout niet rechtstreeks in de warme huiskamer, maar plaats de vaas eerst in een lichte, maar koele kamer. Pas als de knoppen na een paar dagen kleur gaan vertonen, is de tijd rijp om de vaas met takken een plaats in de huiskamer te geven. Vul regelmatig het water bij.

Vorst

Leverbloempje (Hepatica nobilis) kan wat vorst hebben

Als het een paar graden gevroren heeft en de tuin ’s morgens in een rijplaagje gehuld gaat, betekent dat voor sommige planten een witte lijkwade. Zij hebben de vorst niet overleefd.
Temperaturen onder nul kunnen fatale processen in de groene delen van een plant in gang zetten, bijvoorbeeld het slap worden van het blad. Dit gebeurt omdat het water in de cel-tussenruimten bevriest en er zodoende steeds meer water aan de cellen wordt onttrokken, die dan verdrogen. Als de vorst lang aanhoudt, wordt er zoveel water aan de cellen onttrokken, dat het blad dermate verdroogt dat herstel onmogelijk is. Ook als de temperatuur na een periode van vorst erg snel stijgt, kan er onherstelbare schade optreden. Het ijs dooit dan zo snel dat de door de droogte gekrompen celwand het tempo van de uitzetting niet kan bijhouden en barst. Anderzijds kan ook een snelle inval van vorst fataal aflopen voor het blad. Het water in de cellen wordt dan niet eerst geleidelijk aan het blad onttrokken, maar bevriest in de cel zelf. De scherpe punten van de ijskristallen scheuren de celwand stuk.
Er zijn echter planten die koude heel goed kunnen verdragen: deze soorten verdragen de vrieskou doordat in de celvloeistof een grote hoeveelheid suikers –antivries– is opgelost. Deze planten noemen we winterhard, omdat ze niet snel door de vorst beschadigd worden.

Tuintip:
Dek vorstgevoelige planten af met een laagje bladafval; verzwaar dit eventueel met wat afgewaaide boomtakken.

Boerenkool behoort tot de redelijk winterharde planten en kan dus gedurende een groot deel van de winter op het land blijven staan. Een paar graden vorst verbetert de smaak, zo wil een oude volkswijsheid: vorst zorgt ervoor dat planten extra suiker aanmaken en de bittere smaak verdwijnt.

Kerstboom

Foto: pxhere – publiek domein – CC0

O, dennenboom, wat zijn uw takken wonderschoon!

De kerstboom is eigenlijk een Gewone of Fijne spar, de Picea abies. Deze boom is inheems in heel Europa en kan soms wel veertig meter hoog en vier meter breed worden, een baas van een kerstboom dus. De andere bekende kerstboom is de Servische spar, de Picea omorika. Deze is afkomstig uit de Balkan (Drina Vallei).
De takken van de Servische spar hangen wat meer dan die van de Gewone spar en de naalden zijn aan de onderkant soms wat blauwig.

Luxe kerstboom
De laatste jaren is ook de Nordmann spar (Abies nordmanniana) als kerstboom leverbaar. Deze prachtige boom komt uit de Kaukasus en de gebergten rond de Zwarte Zee. De naalden van deze fraaie conifeer prikken minder omdat de naalden ronder van vorm zijn. Ook blijft de boom heel lang mooi omdat de naalden lang blijven zitten. Bovendien is de Nordmann spar ook nog fraai van vorm. Een kerstboom moet immers een beetje de vorm van een piramide hebben, maar dan slanker.
Ook mini-kerstboompjes zijn ruim verkrijgbaar. Dit zijn vaak nog hele jonge kerstbomen, maar het kunnen ook echte dwergsparretjes zijn.

Zeven tot acht jaar oud
Een beetje kerstboom is gemiddeld anderhalve meter hoog. Nederlandse kerstboomtelers planten hun kerstbomen als driejarige stek en verzorgen deze tot ze de juiste kerstboomgrootte bereikt hebben. Dat duurt drie tot vier jaren. Negentig procent van de bomen worden met kluit geleverd.

Verzorging
Breng de kersverse kerstboom niet onmiddellijk naar binnen. Laat de boom eerst langzaam op temperatuur komen in garage of schuur. Zaag bij een gekapte kerstboom de stam nogmaals af, zodat de kerstboom via het levende hout water kan opnemen. Behandel de kerstboom verder als ‘een hele grote tak op water’ en voeg aan het water vloeibaar plantenvoedsel toe en zorg ervoor dat er steeds voldoende water rond de stam staat.
Kerstbomen met kluit kunnen het beste behandeld worden als een grote kamerplant. Plant de boom in een grote pot en houdt de kluit vochtig met water dat met vloeibaar plantenvoedsel verrijkt is.
Als het de bedoeling is om de kerstboom later in de tuin te planten, mag de toptak voor de piek niet worden afgezaagd.
Plant de boom in de tuin als het niet vriest en laat de boom eerst langzaam in een onverwarmde garage of schuur aan de buitentemperatuur wennen.

Huisdieren
De dennennaalden van de fijnspar zijn giftig voor huisdieren. Bovendien kunnen de scherpe punten de darmwand doorboren. Ook het water in de bak van de kerstboom is giftig. Plaats geen voer- of drinkbak in de buurt van de kerstboom omdat dennennaalden in de bak terecht kunnen komen. Dennennaalden zijn niet giftig voor mensen.

Fijnspar (Picea abies), foto: pxhere – publiek domein – CC0

Rijp?

Rijpe peer

Wanneer is fruit eigenlijk rijp?
Heel flauw: wanneer fruit niet meer onrijp is. Onrijp fruit is hard en daardoor meestal oneetbaar. Het bevat vooral veel zetmeel en weinig suikers. Pas tijdens de rijping wordt het zetmeel in de vrucht afgebroken en omgezet in suiker. Daarom is een onrijpe vrucht niet zoet en ook niet lekker. Onrijpe appels en peren zijn vooral erg zuur, maar giftig zijn ze niet: het vele zetmeel wordt in het lichaam afgebroken.
Onrijpe tomaten zijn wel giftig. Tomatenplanten behoren tot de nachtschaden en bevatten tomatine, een afweerstof die de plant moet beschermen tegen ziekteverwekkers. Tomatine is giftig voor de mens. Gelukkig verdwijnt dit tijdens de rijping uit de tomaat.

Hortensia’s

Met de grote uitgebloeide schermen van de hortensia zijn prachtige, heel grote boeketten te maken. Vooral de roze bloeiende soort geeft gedroogd een heel mooi resultaat: de afzonderlijke bloempjes, waaruit de schermen zijn opgebouwd, krijgen alle tinten van een diep roze tot een zacht bruin. Een grote hoeveelheid bloemschermen bij elkaar geeft een fraai effect. Uiteraard levert één hortensia in de eigen tuin te weinig schermen; bewijs de buren (als ze uiteraard een hortensia bezitten en van hun bloemschermen verlost willen worden) een dienst: knip ook daar de uitgebloeide bloemen uit de hortensia’s en vervolmaak daarmee het eigen boeket.
Bloemen die speciaal voor droogboeketten gekweekt worden, moeten voor een goed resultaat geplukt worden als ze nog nèt niet open zijn. Immers uitgebloeide bloemen vallen eerder uit. Pluk het te drogen materiaal bij droog weer; dit voorkomt rotting tijdens het droogproces. Wikkel de bloemen in kleine hoeveelheden in papier en hang ze met de bloemen naar beneden op een niet te warme, donkere plaats te drogen. Na zes weken zijn de bloemen geschikt voor de vaas.

Tomaten

Tomaten met phytophthora Foto: Wikipedia Commons – Rasbak

Een afdakje helpt tegen de regen, want tomaten zijn net als aardappelen erg gevoelig voor de pseudoschimmel Phytophthora.
Zodra er bruine plekken op blad en stengels verschijnen, heeft de tomatenziekte (Phytophthora) de kop opgestoken. Deze waterschimmel veroorzaakt de kenmerkende zwarte vlekken in op het loof van aardappels en tomaten. Het zijn schimmelachtige micro-organismen.

Phytophthora overwintert op achtergebleven plantresten en in de bodem. Besmetting ontstaat door insecten, met wind en regen meegenomen sporen en in opspattend water. Tijdens periodes van zomers, warm en vochtig weer kan Phytophthora in korte tijd grote schade aanrichten.

Om tomatenziekte te voorkomen, worden tomaten belucht. In de professionele fruitteelt wordt gevolgd hoe lang het blad nat blijft (natbladperiode) en wat de temperatuur is. De combinatie van beide is medebepalend voor het ontstaan van Phytophthora. Goed gedraineerde grond helpt Phytophthora voorkomen: vocht stimuleert ontkieming van sporen.

Bron: Handboek Moestuin

Vakantie!

Zo droog als in Namibië zal het thuis in de tuin niet worden.

De vakanties zijn begonnen! Scholen lopen leeg, bedrijven werken op halve kracht en zelfs de ochtendspits is verdwenen. Caravans worden geïnspecteerd, tenten getest en de auto krijgt een vakantiebeurt.
De tuin, die de voortdurende aandacht van de tuinier nodig heeft, zal het even zonder deze zorgzame hand moeten doen.

Ter voorbereiding op deze tijdelijke scheiding van tuin en tuinier een paar tips:

De heg

Snoei hagen een tweetal weken voor de vakantie. Wees vooral niet te voorzichtig en snoei goed kort. Bij thuiskomst staat hij er weer vol in het jonge blad bij. Zorg ervoor dat de heg wel voldoende voedsel krijgt. Bemest desnoods na het snoeien de heg met wat kunstmest. Geef de haag een keer extra water ten tijde van droogte in de weken voorafgaand aan de vakantie.

Ongewenste kruiden

Schoffel flink tussen de heesters en trek onkruiden tussen de vaste planten weg. Wees daar zorgvuldig in: dat kleine, onbeduidende flintertje groen is bij terugkomst uitgegroeid tot een wanstaltig stuk onkruid dat inmiddels de hele omgeving van heel veel van hetzelfde heeft voorzien.

Het gras

Maai veel en kort in de weken voor de vakantie. Houd het gras onkruidvrij en geef de grasmat vlak voor de vakantie een goede sproeibeurt. Zo gaat het gazon in een goede conditie de vakantie in. Een buurman of kennis is best bereid het gazon te maaien en bij grote droogte te besproeien.

Potplanten

Laat deze niet op dat fraaie plekje in de zon staan. Zet ze op een beschutte plaats in de schaduw. Knip de bloemknoppen eruit; deze worden snel genoeg opnieuw gevormd. Buurvrouw of buurman wil ze vast wel water geven.

Klimplanten

Knip de kleine uitlopers een week voor vertrek weg, anders is de nog zo bescheiden klimplant bij thuiskomst uitgegroeid tot een woeste slingerplant.

Tips voor achterblijvers

Vraag wat er precies verwacht wordt. Achteraf blijkt vaak dat de tuineigenaar specifieke ideeën had over hetgeen de achterblijvers in de tuin hadden moeten doen. Als hun dat niet verteld wordt, is teleurstelling over en weer onvermijdelijk. Vraag ook op wat voor brandstof de motormaaier loopt voor ’t geval de brandstof opraakt. Verwijder zelf geen onkruiden; soms wordt hiermee geen dienst bewezen. Informeer naar sproeigewoontes, vraag waar het materiaal te vinden is en wat de beste ‘sproeiopstellingen’ zijn. Overtuig je ervan of het de bedoeling is om gerijpt fruit, zoals pruimen en aardbeien, voor eigen gebruik te oogsten.

Midzomer

In juli is de grootste groeikracht uit de tuin verdwenen; de natuur pauzeert na een weelderige bloei in de lente en maakt zich op voor een met fruit overladen herfst.
Midzomer is een rustige tijd in de tuin: de grasmat moet wat bijgemest worden, hier en daar kunnen wat onkruiden gewied worden en indien nodig krijgen de borders water. Nu komen de potten en kuipen met oleanders, fuchsia’s en datura’s volledig tot hun recht. Deze uitheemse planten lenen zich bij uitstek voor een bijzondere kleureffect, dat de tuin nèt dat gewenste persoonlijke tintje geeft. Potplanten van die klasse horen, gezien hun herkomst, niet in onze streken thuis; echter door ze in de vaak zeer fraaie potten te zetten en ze als extra kleuraccent in de tuin toe te passen, zijn het welkome aanvullingen.
Eenjarigen, dahlia’s, rozen op stam, eigenlijk heel veel planten lenen zich heel goed voor bakken of kuipen. In het zicht geplaatst als de planten in volle glorie staan te pronken en weggezet als de bloei over is, dragen ze bij aan het steeds wisselende decor van de tuin.
Een grote pot, naast de keuken geplaatst en gevuld met basilicum, wat bieslook, lavendel en tijm, ruikt lekker en levert verse keukenkruiden binnen handbereik.
Potten, kuipen en bakken zijn in overvloed te koop: de heel mooie uit de landen rond de Middellandse Zee vormen door hun exotisch uiterlijk een bijna natuurlijke ‘verpakking’ van uitheemse planten; de strakke grote bloempotten zijn meer geschikt voor rozen op stam of een kunstig geknipte buxus.
Geef de potplanten dagelijks water met eens in de week een toevoeging van vloeibaar plantenvoedsel en beschut ze tegen te harde wind. Wees bedacht op een plotseling onweer met hagel en windstoten: hagelkorrels kunnen aan potplanten veel schade toebrengen.

Houtbij

Blauwzwarte houtbij, foto Bram Wolthoorn

Gezien in Bretagne: de blauwzwarte houtbij (Xylocopa violacea). Dagelijks bezocht de houtbij de bloeiende lathyrus. Eenmaal uitgebloeid verdween ook de houtbij. Meer lezen over deze solitaire bij, zie het Wikipedia-artikel.